Als kind ben je heel gevoelig voor afwijzing. Je bent nog niet goed in staat om de oorzaak buiten jezelf te zoeken. Hierdoor geeft je een deel van je eigenheid op wat gevolgen heeft voor de mogelijkheden en keuzes om met het leven om te kunnen gaan. Diep gewortelde overtuigingen ontstaan en bepalen het beeld dat je van jezelf en de omgeving hebt. De bril waardoor je kijkt. Overlevingsstrategieën worden geboren en emotionele blokkades ontstaan.


Als je als kind heb je recht op:

1. Bestaan
2. Behoeften
3. Onafhankelijkheid
4. Vrijheid
5. Liefde

Als een van deze levensbehoeften is geschonden, dan kunnen de volgende persoonlijkheden zijn ontwikkeld:


1. De rechter

  • Bekijkt situaties van een afstand en voelt zich vaak ‘buitenstaander’.
  • Leeft in z’n hoofd, waarmee hij vlucht voor z’n gevoel.
  • Voelt zich niet snel ergens écht thuis en moet aan veranderingen wennen.
  • Ziet ertegenop om in grote (vreemde) groepen mensen te zijn en staat niet graag in het middelpunt van de aandacht.
  • Heeft een goed ontwikkelde intuïtie, is in z’n denkwijze creatief en origineel en weet dit met een duidelijk doel toe te passen.

2. De Behoeftige

  • Vindt het moeilijk om wensen en gevoelens direct uit te spreken, uit angst dat de omgeving er niet op ingaat. 
  • Vergelijkt zichzelf makkelijk met anderen en is bang om tekort te komen.
  • Vindt het lastig om balans te houden tussen geven en nemen. Kan de ander zo overladen met aandacht dat die zich ongemakkelijk voelt en afhaakt.
  • Is zorgzaam en attent en voelt goed aan wat een ander nodig heeft.
  • Is enthousiast, nieuwsgierig en wil graag leren.


3. De Verdrager

  • Vindt het moeilijk om iets te zeggen wat voor een ander vervelend kan zijn.
  • Gaat gemakkelijk over z’n grenzen heen, uit angst om de sympathie te verliezen. 
  • Is een ‘binnenvetter’, zorgt slecht voor zichzelf en doet alsof z’n eigen behoeften niet belangrijk zijn.
  • Heeft een emmer die langzaam volloopt: opeens is het genoeg en komt alles eruit, alsof er een bom ontploft.
  • Is een steun en toeverlaat voor anderen.
  • Heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel 

4. De Strijder

  • Scant de omgeving automatisch op mogelijke gevaren en weet meteen of iemand te vertrouwen is of niet. 
  • Bedenkt scenario’s om niet verrast of onderuitgehaald te worden:
  • Neemt graag verantwoordelijkheid en stippelt z’n eigen koers uit.
  • Sleept anderen mee en geeft ze vertrouwen.

5. De presteerder

  • Heeft een sterke wens om aan verwachtingen te voldoen door te presteren.
  • Is perfectionistisch: legt de lat hoog voor zichzelf en anderen.
  • Weet goed wat hij wel en niet kan en maakt handige keuzes in waar hij wel en geen energie in steekt.
  • Bereikt veel door hard te werken.